Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

vijg

betekenis & definitie

lafaard; bang iemand. Vaak in verbindingen zoals een vijg van een vent.

Van deze vrucht ging de betekenis door vormovereenkomst over in ‘vagina, kut’. De Grieken kenden deze vergelijking al.

Sukon is niet alleen ‘vijg’, maar ook ‘kut’. Hieruit ontwikkelde zich de betekenis ‘weekachtig iemand’.

Een zelfde ontwikkeling kende het woord trut.Ben jij nu die fameuze vrijdenker? Een vijg ben je. (Willem Elsschot, De verlossing, 1921)