Hij riep: Zeg ouwe Manke Nelis, duurt het nou nog lang/ Kom, schuif het raam op en vertoon je met die ouwe tang. (Eduard Kapper, De zilveren bruiloft van Manke Nelis, ca. 1922)
Padde trok z'n benen omhoog, sloeg er de handen omheen en zei: ‘Vrouwen zijn tangen.’ (Johan Fabricius, De scheepsjongens van Bontekoe, 1923)
Toen begon de rotmeid te schelden van oude tang en rothoer. (H. van Aalst, Onder martieners en bietsers, 1946)
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk