Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Ribbemoos

betekenis & definitie

(Bargoens) grote, ruwe vent (maar ook voor een breekijzer), mannetjesputter. Roskam kent het enkel in de betekenis van ‘breekijzer’ of ‘koevoet’.

Het woord is een verbastering van het Jiddische rebbe Mousje (de heer Mozes) met bijbetekenis van ‘sterke man’.Koo ‘de kok’ was een stevig gebouwd man; zooals zijn klanten het noemden: ‘een ribbemoos, ’n mannetjesputter, die vermogens in z’n hande had,’ en waarlijk, hij zag er uit alsof het niet geraden was om ruzie met hem te zoeken. (Justus van Maurik, Amsterdam bij dag en nacht, 1889)

Sau’n lefgauser... sau’n ribbemaus. (Israël Querido, DeJordaan, 1912)

Ik heb zo wel eens het een en ander bij de Koninklijke Marine meegemaakt, maar zo’n ribbemous als meneer Kruidering mot er nog geboren worden. (Piet Bakker, De slag in de Javazee,1951)