geslepen persoon; rare snuiter. Vooral in de zeventiende eeuw en in Vlaanderen.
In Nederland spreekt men over een lekkere druif of een raarpoteten. Van Eijk (1980, p. 105) vermeldt paling in een emmer snot voor een glad persoon.Proficiat, hoort gij, fijne paling, omdat gij zoo schoon gevierd hebt. Madame eene pint! (Virginie Loveling, Sophie, 1885)
Vooral Pearce is fantastisch als de gladde paling die hogerop wil geraken, (www. moviemeter.nl, 12/04/2004)