Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

druif

betekenis & definitie

(vaak voorafgegaan door lekkere of saaie) saai, onbenullig persoon. Ook: iemand die een minder mooie streek uithaalt: ‘Wat ben jij voor een druif!’ Vooral populair bij de marine.

Druif in de betekenis van ‘kerel’ komt al voor bij Henke, maar in de negentiende eeuw werd het woord op de Koninklijke Militaire Academie gebruikt in de zin van ‘een vervelende kerel; iemand die door de kadetten niet graag gezien werd’.’k Heb voor geen ene sergeant respekt, maar voor jou zeker niet, druif, oplichter, end schorremorrie! (A.M. de Jong, Frank van Wezels roemruchte jaren, 1928)

Jij bent me ook ’n lekkere druif... (Jan Mens, Koen, 1941)

’n Lekkere druif ben je, Jan! Je hangt ’n pamflet an de deurknop, belt aan en loopt weg. Je valt me tegen, boy. (Jan Mens, Er wacht een haven, 1950)