Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

houtluis

betekenis & definitie

(verouderd) schrijnwerker. Bij Boekenoogen ook voor een houtkoper.

‘Daar hebbe we Pollie de krulleschaver!’ schorde Sjeek met z’n bezope kop. ‘Kom is hier, houtluis, en zeg, wat ik voor je bestelle mag!!!’ (Willem van Iependaal, Polletje Piekhaar, 1935)

< >