(Bargoens) homo, flikker; meer algemeen: viezerik, smeerlap. Houdt verband met het Duitse Hinter (achter of achterste).
Reeds vermeld door Henke, Endt (1969), Heestermans (1980) en Joustra.Hintemer: gemeene, vieze, ontuchtige kerel. (Jac. van Ginneken, Handboek der Nederlandsche taal. Deel II. De sociologische structuur onzer taal II, 1914)
Krijg de ziekte, hintemer, je platvink is nat. (H. van Aalst, Onder martieners en bietsers, 1946)