Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

gluipkop

betekenis & definitie

huichelaar, valsaard. Hugo Brandt Corstius noemde Cornelis Verhoeven, columnist bij het vroegere weekblad De Tijd, ooit een Brabantse gluipkop.

Het woord gaf destijds meteen aanleiding tot een polemiek in het weekblad ‘Vrij Nederland’.Ze zien die gluipkoppen niet eens. (Arie B. Hiddema, Kif Kif, 1973)

De duivel is me zeer sympathiek vergeleken met de gluipkoppen van Laibach. (Oor, 22/10/1988)

De voorzitter van de jury van drie jaar geleden was door mij eens ‘een Roomse gluipkop’ genoemd. (Piet Grijs, Schuld en boete, 1993)