Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 16-05-2017

boer(5)

betekenis & definitie

(jeugdtaal) leerling of student afkomstig van het platteland; provinciaal. Onder studenten ook voor een student aan de (voormalige landbouw-)universiteit Wageningen.

Aparte subgroepen van de groep gewone kinderen zijn de sappies en de ‘boertjes’. De laatsten lijken veel op sappies maar komen van boerderijen uit dorpen rond Utrecht, (de Volkskrant, 20/12/1986)

‘Boertjes’ lijken veel op ‘sappies’ maar komen van boerderijen uit dorpen rond Utrecht. Ze dragen soms redelijke, modieuze kleren, maar ‘het is net niet dat.’ (Mieke De Waal, Meisjes, een wereld apart, 1989)

< >