Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

boer (1)

betekenis & definitie

(vaak voorafgegaan door domme of lompe) ongemanierd, achterlijk persoon. Eigenlijk: iemand afkomstig van het platteland; provinciaal.

Van zo iemand wordt van oudsher verondersteld dat hij of zij achterlijk is. Bij Halma lezen we reeds: "t Is een regte boer.

C’est un rustaud achevé.’ Ook in samenstellingen zoals stinkboer. Achterhoeken worden in Amsterdam vaak uitgemaakt voor boer.

Vgl. Franse scheldwoorden: paysan; cul-terreux; plouc.Lompe boere! (Marcellus Emants, Juffrouw Lina, 1888)

Vuile stinkboer! We creperen nog liever dan dat we naar die zwijnestal teruggaan. (Jan Cremer, Wolf. Het autobiografische verhaal uit De Hunnen, 1993)

< >