Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

banjerheer

betekenis & definitie

druktemaker, opschepper. Ook wel baanderheer.

Eigenlijk: een edele die het recht had om zijn mannen onder zijn banier ten strijde te voeren. Bij Harrebomée lezen we: ‘Hij stapt als een banjer(of: baander-) heer.’ Mij geheugt, dat de stalmeester van den admiraal een banjer heer was, die niet gedoogd zoude hebben... maar laat dat ter zijde den naam zou ik weten. (A.L.G.

Bosboom-Toussaint, De graaf van Leycester in Nederland, 1845-1846)Als jij, Piekhaar, nou zo’n branie ben, waarom ga je dan niet naar je vaar, die banjerheer met z’n dure stoep! (Willem van Iependaal, Polletje Piekhaar, 1935)