Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

angsthaas

betekenis & definitie

bang iemand; lafaard. In zijn overlevingsstrijd toont de haas de vlucht als sterkste wapen.

Zie ook banghaas; hazenkop en haasureter. Vs}.

Duits Angsthase.De Europeesche angsthazen zullen dan wel weer een beroep doen op de vredesverdragen. (Het Vaderland, 15/08/1934)

Ik ben een trut. Een angsthaas. (Marjan Berk, Lellen en flantuten, 1988)