Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie B
- beregoed
- bereid
- bereiden
- bereiding
- bereidwillig
- bereik
- bereikbaar
- bereiken
- bereisd
- bereizen
- berekend
- berekenen
- berekenend
- berekening
- berenburg
- berenklauw
- berenmuts
- berg
- bergachtig
- bergaf
- bergafwaarts
- bergamot
- bergbeklimmer
- bergen
- bergengte
- berghut
- berging
- bergingsmaatschappij
- bergkam
- bergketen
- bergklassement
- bergkristal
- bergmeubel
- bergop
- bergopwaarts
- bergpas
- bergrivier
- bergrug
- bergsport
- bergstok
- bergwind
- bergziekte
- beriberi
- bericht
- berichten
- berichtgeving
- berijden
- berijmen
- berijpt
- beril
- berin
- berispen
- berk
- berkenboom
- berm
- bermbom
- bermmonument
- bermtoerisme
- bermuda
- beroemd
- beroemdheid
- beroemen
- beroep
- beroepen
- beroeps
- beroepsbevolking
- beroepschrift
- beroepsdeformatie
- beroepsgeheim
- beroepsofficier
- beroepsopleiding
- beroepsrecht
- beroepsziekte
- beroerd
- beroeren
- beroering
- beroerte
- berokkenen
- berooid
- berouw
- berouwen
- berouwvol
- beroven
- berrie
- berucht
- berusten
- berusting
- beryllium
- bes
- beschaafd
- beschaamd
- beschadigen
- beschamen
- beschaven
- beschaving
- bescheid
- bescheiden
- beschermeling
- beschermen
- beschermengel
