Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie B
- bemost
- ben
- benadelen
- benaderen
- benadering
- benadrukken
- benaming
- benard
- benauwd
- benauwen
- bench
- benchmark
- bende
- beneden
- benedendijks
- benedenloop
- benedenstad
- benedenste
- benedenverdieping
- benedenwinds
- benedictijn
- beneficie
- benefiet
- Benelux
- benemen
- benen
- benenwagen
- benenwerk
- benepen
- beneveld
- benevens
- Bengaals
- bengel
- bengelen
- benieuwd
- benieuwen
- benig
- benigne
- benijden
- benijdenswaardig
- benjamin
- benodigd
- benodigdheid
- benoembaar
- benoemen
- benoeming
- benoorden
- benul
- benutten
- benzedrine
- benzeen
- benzine
- benzineaccijns
- benzinemotor
- benzinepomp
- beo
- beoefenaar
- beoefenen
- beogen
- beoordelen
- beoordeling
- beoosten
- bep.
- bepaald
- bepaaldelijk
- bepaaldheid
- bepakking
- bepakt
- bepalen
- bepaling
- beperken
- beperking
- beperkt
- beplanten
- beplanting
- bepleisteren
- bepleiten
- bepotelen
- beppen
- bepraten
- beproefd
- beproeven
- beproeving
- beraad
- beraadslagen
- beraadslaging
- beraden
- beramen
- berber
- Berber
- berberis
- berceuse
- berde
- bere-
- berechten
- beredderen
- bereden
- beredeneren
- beregelen
- beregenen