Gepubliceerd op 20-07-2020

Oogst

betekenis & definitie

van ’t Lat. Augustus, den naam der maand, aldus genoemd naar keizer Augustus, die in deze maand (voorheen Sextilis = de zesde, geheeten) geboren was. — Augustus komt van den Idg. stam aug = vermeerderen; zoo luidde de titel van den Duitschen keizer: semper augustus', altijd vermeerderaar des Rijks. Zie: Ook. Oogst was oorspr. bij ons de maand Augustus (nog spreken de Vlamingen van bijv.: den 10den Oogst), later als de tijd, waarin de te veld staande gewassen werden binnengehaald, bijv.: ,,Die zijn oogst (d. i. den oogsttijd) laat voorbijgaan, betreurt zijn dwaasheid”. Vervolgens ook het rijpgeworden te veld staande gewas zelf: den oogst binnenhalen.