Gepubliceerd op 20-07-2020

Onverlaat

betekenis & definitie

Vroeger was verlaten', vergiffenis schenken; Ruusbroec bijv. bad nog: ,, Verlaat ons onze schulden, gelijk ook wij verlaten onzen schuldenaren”. — Aan een verlaten misdadiger had men dus de straf kwijtgescholden, maar een onverlaten boef niet; een onverlatene was dus een misdadiger, een slecht mensch. Later begreep men het w.w. verlaten niet meer, en onverlatene werd verkort tot onverlaat. Dit laatste kon te meer geschieden, daar er ook een z.n.w. 0nverlaat bestond, dat eigenlijk het Hgd. Unflat = vuiligheid, drek was, en bij ons ook als onvlaet voorkwam in de bet. van vuil mensch.