Gepubliceerd op 09-12-2019

Euphórbia | Euphórbia helioscópia: Kroontjeskruid

betekenis & definitie

De wetenschappelijke geslachtsnaam is volgens Plinius afkomstig van Euphorbios, de lijfarts van Juba n, koning van Mauretanië (54 voor Chr.). Hij nam namelijk proeven met wolfsmelksoorten om deze te toetsen als geneeskruid. Een andere lezing vinden we bij Oudemans: ‘Nu beteekent eu: goed en pherboo: voeden, en gebruikte men die woorden ter aanduiding van de genoemde planten, omdat deze bij de minste beleediging een melksap laten vloeien, hetwelk, in gedroogden staat, ter genezing van teringlijders gebruikt werd.

Slaagde de proef, dan namen de kranken toe in gewicht, en was dus “hunne voeding verbeterd”. En’, voegt hij er nog aan toe ‘vooral ook omdat de gedroogde vloeistof hierboven vermeld, nog niet lang geleden, onder den naam euphorbium, tot den artsenij voorraad behoorde, en nog altijd een artikel van den drogerij handel uitmaakt!’ De letterlijke vertaling van de soortnaam helioscópia luidt ‘naar de zon kijkend’, naar de Griekse woorden helios: zon, en skopein: kijken. De top van de plant wendt zich namelijk naar de zonzijde.

In het graafschap Zutphen noemt men de plant naar deze eigenschap Zonnewende. Bij Dodonaeus heet de plant Sonnewendende wolfsmelck. De naam Roomkruid, zoals dit op bouw- en moesland voorkomende onkruid in de omgeving van Groesbeek genoemd wordt, is ontstaan door het feit dat het melksap dat bij verwonding van de plant naar buiten treedt een roomkleur heeft.

Dat het een lastig onkruid is kunnen we opmaken uit de naam Bolkroed, gebruikt in de Achterhoek, want bol beduidt hier: een lastig onkruid. Vanwege de giftige eigenschappen van dit melksap sprak men van Heksenmelk, om aan te duiden dat men niet op deze plant gesteld was. Ook andere soorten van dit geslacht hebben deze naam.

Ook de naam Duivelskool waarmede zij in Noord-Limburg aangeduid wordt, wijst op een niet grote waardering; zij was slechts goed om als kool voor de duivel te dienen.De naam Wolfsmelk, ook geldend voor het geslacht Euphorbia, kregen de Euphorbiasoorten omdat het melksap een branderige en bijtende smaak heeft en even erg was als de beet van een wolf. Men sprak vroeger zelfs voor deze soort van Zonwolfsmelk. De naam Kroontjeskruid, op zeer veel plaatsen in ons land voorkomend, duidt op de rangschikking als in een kroon van de op gelijke hoogte groene ‘bloempjes’.

Het scherpe melksap ook van andere soorten wordt reeds eeuwenlang gebruikt om wratten te verwijderen; ook huiduitslag kon men er mee genezen. Vandaar dat men op Texel en Walcheren spreekt van Wrattenkruid. Bij de bekende schrijvers uit de oudheid zoals Hippocrates, Theophrastus, Dioscorides en Plinius vinden we hierover berichten. Hegi deelt mede dat reeds in de dertigste eeuw voor Christus, onder de regering van de Chinese keizer Shen-Nong de plant als geneesmiddel gebruikt werd.

De mogelijkheid om wratten te verdrijven met het melksap van Kroontjeskruid was in ons land eveneens bekend, maar men moest de plant voor zonsopgang plukken onder het uitroepen van: ‘Gaat alle mee, gaat alle mee.’ Bij tandpijn moest het sap achter de oren gestreken worden. De naam Sjalappe (ZeeuwsVlaanderen) slaat op het feit dat het sap als purgeermiddel zeer veel gebruikt moet zijn geweest.