Gepubliceerd op 09-12-2019

Eupatórium | Eupatórium cannábinum: Leverkruid

betekenis & definitie

Eupatorium, in het Grieks eupatorion, wordt afgeleid van Eupatoria, zo genoemd ter ere van Mithridates Eupator, koning van Pontus (124-64 voor Chr.), die zich verdienstelijk maakte door vele kruiden te kweken die bij vergiftiging het onheil konden keren of afwenden. Het is eigenlijk de naam voor de Agrimonie (Agrimónia eupatoria), maar is in de elfde eeuw door Avicenna, ook bekend als Ibn Sina, een beroemde Arabische arts, abusievelijk verward met het Leverkruid. Hiertoe zal wel bijgedragen hebben de gelijkenis der bladeren en de bittere smaak die beide planten bezitten.

Zo geeft Dodonaeus zelf de naam van Bastardt-Agrimonie op.Cannabinum is afkomstig van cannabis: hennep, naar de overeenkomst in vorm van het blad. Gezien de groeiplaats op vochtige plaatsen langs waterkanten en in moerassen, roept de naam Waterhennep geen problemen op. Maar of het een echte Nederlandse volksnaam is betwijfelen we, omdat er een oude Duitse naam Wasserhanf bestaat. De soortnaam Leverkruid ontving de plant omdat zij bij leverziekten en geelzucht aangewend werd. In 1855 werd in Egmond Binnen en Wimmenum de plant voor dit doel nog ingezameld. De naam Koninginnekruid is een verbastering van het Duitse Kunigundekraut. Hoe het verloop van deze verbastering of vertaling precies is geweest, is ons niet bekend geworden. Dodonaeus geeft wel de Duitse benaming Kunigundkraut maar niet de verbasterde naam. Het is dus mogelijk dat via Dodonaeus de naam in omloop gekomen is en door de bevolking zijn ‘Cruydt-Boeck’ werd veel gelezen is verstaan als Koninginnekruid. De plant kreeg de naam Kunigundekraut naar de in 1200 door paus Innocentius in heilig verklaarde Kunigunde. Zij was de gemalin van keizer Hendrik 11 en stierf in 1033, en gold als de patrones van zieke kinderen. Zo zouden volgens oude verhalen vele zieken genezen zijn, nadat deze haar graf bezocht hadden. Later gebruikte men het gekneusde kruid om het op wonden te leggen. Het stond in de apotheek bekend als Herba Sanctae Kunigundae. Tot in de vorige eeuw werd de plant in de volksgeneeskunst voor dit doel nog gebruikt.

De naam Hommelskroet in Zuid-Limburg is gemakkelijk te verklaren wanneer men weet dat hommelen donderen beduidt. De plant maakte dan ook een onderdeel uit van de kruidwis, die op 15 augustus Maria tenhemelopneming naar de kerk gedragen werd om gewijd te worden, om daarna thuis als afweer van donder en bliksem te kunnen dienen. Dit is een gekerstend gebruik, want in vroeger tijden was de plant aan Donar, de god van donder en bliksem gewijd, en werd in de huizen ter beveiliging tegen blikseminslag opgehangen.

De namen Boelt)eskruid, Boelmanskruid, bij Dodonaues Boelkenscruydt, is volgens Uittien nooit tot volksnaam geworden en schijnt een foutieve vertaling geweest te zijn van Eupatorium adulterinum in Den nieuwen Herbarius van Fuchs (1543); later door Dodonaeus overgenomen en zo als volksnaam geïntroduceerd. De naam Boelkenskruid staat in verband met boelen, boeleren, vrijen; en de plant werd als minnedrank gebruikt, maar ook als afrodisiacum. Brunswijgh (1500) en K. Gesner (1541) spreken van Mannskraft en L. Friese (1519) van Mannsliebe, hetgeen duidelijk in dezelfde richting wijst. Vroeger mengden de vrouwen de bladeren van Leverkruid met die van de sla om dit dan als liefdesmiddel te gebruiken. Er mag dan een verwisseling plaats gevonden hebben, dit Leverkruid werd door het volk wel degelijk als geslachtsdrift opwekkend middel aangewend.

De naam Hertsklaver kreeg de plant omdat men geloofde dat gewonde herten zich met dit kruid konden genezen. In Duitsland komt men de overeenkomstige naam van Herzklee tegen. In 1484 komen we in de ‘Herbarius’ Herbzcle tegen. De in ‘Die Ortis Sanitatis’ van 1514 voorkomende naam Wilde Savie, Wilde Salie zal wel afgeleid zijn of overgenomen van de oude Duitse benaming Wïlselbe of Veltsalway, omdat de plant iets naar salie ruikt. Behalve voor de reeds gememoreerde doeleinden, gebruikte men de plant bij schurft en huidziekten, door het water waarin zij was gekookt op de aangetaste huid aan te brengen. In de homeopathie wordt een essence onder meer gebruikt bij ontstoken tandvlees.