Shahids zijn moslimgelovigen die in hun heilige teksten de verantwoor ding vinden voor het plegen van terreurdaden ten aanzien van de vermeende vijanden van de islam.
Zij zijn bereid om hun leven te geven omdat ze ervan overtuigd zijn dat ze als martelaar voor de goede zaak rechtstreeks in het paradijs terechtkomen en er een heerlijk eeuwig leven zullen hebben in aanwezigheid van 72 maagden. Vandaar de gruwelijke zelfmoordaanslagen die in naam van Allah plaatsvonden en plaatsvinden in onder meer Afghanistan, Pakistan, Irak en Palestina.
Vaak gaat het om jongeren die onder hun kledij springstoffen dragen en zich opblazen tussen de ongelovigen. Dergelijke martelaars worden in veel gevallen geëerd door hun familie en de rest van hun gemeenschap als na te volgen voorbeelden. Soms krijgen de directe familieleden een financiële beloning van radicale groepen uit Saoedi Arabië en andere moslimlanden. Duizenden moslims trok ken intussen naar is om er te gaan vechten in Syrië en Irak en zijn bereid hiervoor hun leven te geven. Maar dergelijke martelaars treden ook op in het Westen zoals Mohammed Atta, die de leiding had over de terreuraanslagen van 9/11, Mohammed Bouyeri die de Nederlandse cineast Theo Van Gogh om het leven bracht, en de moordenaars van de redactieleden van het Franse satirische weekblad Charlie Hebdo.
Het verhaal van de 72 maagden die men in het paradijs zal meemaken, staat niet in de Koran maar wel in de Hadith Sunan al Tirmidhi, een oud geschrift over het leven en denken van de profeet Mohammed.
