Stéphane Charbonnier was de hoofdredacteur van het Franse satirische weekblad Charlie Hebdo die op 7 januari 2015 samen met elf anderen vermoord werd door de Frans-Algerijnse gebroeders Kouachi.
Charb tekende vooral cartoons waarin hij tal van geestelijke en wereldlijke leiders op de korrel nam. Hij tekende onder meer spotprenten van de profeet Mohammed, waardoor hij op de dodenlijst van de islamitische terreurgroep Al Qaida terecht kwam en regelmatig bedreigd werd. In 2006 her publiceerde Charlie Hebdo de Deense Mohammed cartoons die op 30 september 2005 verschenen in het dagblad Jyllands Posten en leidden tot gewelddadige protesten in de moslimwereld. Het weekblad werd daarvoor gerechtelijk aangeklaagd door de Union des organisations Islamiques en France en door de Islamitische Wereldliga maar het Hooggerechtshof van Parijs oordeelde de klacht als ongegrond.
Een eerste aanslag op de kantoren van het weekblad gebeurde op 2 november 2011. Daarop verklaarde Charb dat hij geen schrik had om gedood te worden. ‘Ik heb geen kinderen, geen vrouw, geen auto, geen schuld. Wat ik nu ga zeggen klinkt misschien een beetje hoogdravend, maar ik sterf liever rechtop dan dat ik moet leven op mijn knieën,’ aldus Charb. Hij verdedigde de vrijheid van meningsuiting en eigende zich daarom het recht toe om te mogen spotten met wie dan ook. Na de moordaanslagen betoogden bijna vijf miljoen mensen in Frankrijk tegen de moordaanslag met als centrale boodschap ‘Je suis Charlie’. Ruim 50 wereldleiders stapten mee in de betoging en verklaarden hun steun aan de vrijheid van meningsuiting. Charb werd op 16 januari 2015 begraven.
