Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Gaia-hypothese

betekenis & definitie

[<Gaia (Gr. mythologie), personificatie van de aarde als voortbrengende natuurkracht], hypothese dat levensvormen niet op zichzelf staan en evenmin uitsluitend een systeem van onderlinge beïnvloeding vormen, maar daarnaast voortdurend in wisselwerking staan met hun levenloze omgeving. De Gaia-hypothese houdt in dat levensvormen niet los gezien mogen worden van hun omgeving, maar dat zij daarmee een onverbrekelijke eenheid vormen.

De hypothese is naar voren gekomen bij het theoretiseren over het ontstaan van leven op aarde, dat zich volgens de heersende opvattingen voltrok onder omstandigheden die sterk afweken van de huidige.Slechts weinige van de recente levensvormen zouden in leven kunnen blijven in de toenmalige oeratmosfeer, die veel waterstof, ammoniak en methaan, maar nauwelijks zuurstof bevatte. Door voortdurende uitwisseling van stoffen met zijn omgeving heeft het oerleven op den duur de aardatmosfeer ingrijpend veranderd. De Gaia-hypothese wordt wel aangevoerd om aannemelijk te maken dat er op de planeet Mars thans geen leven voorkomt of zelfs voorgekomen kan zijn (het niet voorkomen is door de negatieve experimenten uitgevoerd met de Viking-Marslanders niet afdoende bewezen). De redenering is dan: als er op Mars leven (geweest) is, zou dat het milieu dusdanig beïnvloed hebben, dat de sporen daarvan nog steeds merkbaar zouden zijn. In dat geval zou Mars er minder doods uitzien dan hij feitelijk doet.