Leuciet, - mineraal (KNa) Al2 [Si04] [Si308], dimorf, boven 560° regulair, bij voorkeur kristalliseerend in den ikositetraëder (211); beneden die temperatuur gaat het mineraal, onder behoud van den uitwendigen vorm, in een ander stelsel over; plaatjes uit een kristal geslepen worden dan dubbelbrekend en vallen uiteen in een aantal tweelingsectoren en -lamellen. Over de symmetrie van deze anisotrope l. bestaat verschil van meening; indien al zoo wijkt zij toch zeker weinig van die van het rhombische stelsel af. L. is bestanddeel van bepaalde, aan alkaliën rijke, stollingsgesteenten, treedt in zulke gesteenten naast of in de plaats van orthoklaas, bijv. in leucietseyeniet, leucitiet, leucietbasalt, leuciettefriet.
Insluitsels van glas, van aegirien en andere mineralen zijn in l. zeer algemeen verbreid; zij zijn dikwijls regelmatig gerangschikt. Kristalskeletten in plaats van massieve kristallen komen ook dikwijls voor.