Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Landverhuur in de vorstenlanden op java

betekenis & definitie

Landverhuur in de vorstenlanden op java. - Sedert de uitgifte van grond in erfpacht wordt van het Gouv. in het algemeen geen grond in huur aangevraagd. Voor huur van grond door niet Inlanders van Inlanders, zie GRONDVER HUUR IN NED. INDIE; voor huur van Inl. vorsten op de Buitenbezittingen, zie LANDBOUWCONCESSIES IN NED. INDIE.

Onder landhuur wordt in het bijzonder verstaan de verhuur van gronden aan Europeanen in de Vorstenlanden op Java. Deze berust oorspronkelijk op de pretentie der Inl. vorsten— die in het oud-Indonesisch grondenrecht geen steun vindt — dat de vorst eigenaar van den grond is. Zij stonden aan familieleden of ambtenaren stukken grond af, met dezelfde rechten, die zij daarop uitoefenden, o. a. het recht om van de opgezetenen een deel van den oogst en diensten te vorderen. Sedert het begin der 19de eeuw, vooral onder resident Nahuys van Bargst, begonnen zoowel de vorsten als hun apanagehouders een deel dezer gronden aan Europeanen te verhuren, waarbij ze hun rechten aan dezen tijdelijk afstonden. De Europ. ondernemer evenwel had weinig aan een hoeveelheid rijst, en liet dus door de bevolking met aanwending van denzelfden tijd als voor rijstverbouw noodig zou zijn geweest, allerlei producten voor de wereldmarkt telen, die hem veel meer opbrachten dan rijst (zie BEKTI of BOEKTI). Wanneer, zooals veelal bij overjarige gewassen in de bergculturen (koffie, cacao, enz), steeds een vast gedeelte van den grond aan den Europ. huurder komt, noemt men dit het běngkok-stelsel, terwijl het wisselbouwstelsel, toegepast bij suiker en tabak vooral, waarbij het Europ. en het Inl. cultuurgedeelte om beurten afwisselen, wegens uitputting van den grond, enz., onder den naam glébaganstelsel bekend staat. Deze landverhuur heeft geleid tot een bloeiende Europ. landbouwnijverheid in de Vorstenlanden, vooral van suiker en tabak.

Het thans nog geldende landhuurreglement is van 1906 (Inl. Stbl. no. 93); sedert 1912 is de Ind. Reg. bezig met een totale hervorming van de economische en agrarische toestanden in de Vorstenlanden, welke geleidelijk reeds in groote mate is doorgevoerd; derhalve is een nieuwe regeling vastgesteld bij het Grondhuurreglement voor de residentiën Soerakarta en Djokjakarta (Ind. Stbl. 1918 no. 20). De uitvoeringsvoorschriften zijn opgenomen als bijlage van de Javasche Courant van 8 Febr. 1918 no. 12; zie ook Ind. Stbl. 1918 nos. 21, 22 en 23.