Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Juliaansche tijdrekening

betekenis & definitie

Juliaansche tijdrekening - of Oude Stijl, door Julius Caesar in 46 v. Chr. ingevoerd. De Romeinsche kalender was toen hopeloos in de war, en de lente-nachtevening viel bijna drie maanden te laat, in Juni. De oud-Romeinsche tijdrekening van Numa Pompilius was op een maanjaar van 355 dagen gebaseerd, dat men door allerlei hulpmiddelen met het zonnejaar van 3651/4dagen in overeenstemming trachtte te brengen. Dit jaar — dat eigenlijk iets te lang is, want het tropische jaar telt niet 365.26 maar 365.2422 dagen — was al sinds vele eeuwen in Egypte bekend; het werd sinds 238 v. Chr. door de Alexandrijnsche Grieken verkregen, door eens per vier jaren van 365 dagen een schrikkeldag in te lasschen.

Caesar, die in 47 v. Chr. met dit Egyptische stelsel had kennis gemaakt, hervormde, voorgelicht door den Alexandrijnschen astronoom Sosigenes, den oud-Romeinschen kalender radikaal: voor zoover Numa’s maanden 29 dagen telden, werden zij tot 30 of 31 dagen verlengd ; Februari, die oorspronkelijk 27 dagen had, kreeg er thans 28 in een gewoon jaar, maar 29 in een schrikkeljaar; er werd dan een dag in deze maand dubbel geteld. Hiervoor nam men, in verband met oude gebruiken, den dag, dien de Romeinen in hun zeer eigenaardige telwijze „den zesden vóór den 1en Maart” noemden (ante diem VI. Kalendas Martias); vandaar de naam annus bissextilis voor schrikkeljaar. Het jaar 46 v. Chr., dat met bijna drie maanden verlengd moest worden, om den kalender weer in het reine te brengen, heet wel annus confusionis. Ter eere van Julius Caesar werd de maand Quintilis Julius genoemd. Zoo is later naar keizer Augustus de maand Sextilis tot Augustus verdoopt. Zie verder KALENDER.