Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

IJk

betekenis & definitie

IJk - Volgens art. 15 der wet van 7 April 1869, Stb. 57, betreffende de maten, gewichten en weegwerktuigen, laatstel. gew. 25 Juli 1919, Stb. 522, moeten maten, gewichten, weegwerktuigen en gasmeters, alvorens ten verkoop aangeboden of in den handel gebracht te worden, eene verificatie en stempeling vanwege daarvoor aangewezen rijksambtenaren ondergaan. De ijk der weegwerktuigen werd echter afgeschaft bij de wet van 11 Juli 1882, Stb. 91. Herijk moet plaats hebben op bij K. B. te bepalen tijden en na herstellingen van eenig belang. Zij kan op verzoek van belanghebbenden te allen tijde geschieden. — IJk en herijk geschieden kosteloos.

Volgens K. B. van 6 Nov. 1912, Stb. 343, zijn milligramgewichten van stempeling vrijgesteld. In plaats der stempeling treedt hier een verklaring. — Maten, gewichten en gasmeters, die bij herijk niet aan de voorschriften voldoen, worden voorzien van een afkeuringsmerk (art. 20). Gewichten, die bij herijk niet meer dan een bepaald verschil van het wettelijk gewicht opleveren, kunnen worden geadjusteerd (art. 21). Dit justeeren is geregeld bij K. B. van 6 Nov. 1912, Stb. 342, gew. 1 Aug. 1914, Stb. 342. — Stempelmerken en afkeuringsmerk zijn bepaald bij K. B. van 9 Nov. 1869, Stb. 167, laatstel. gew. 30 Oct. 1908, Stb. 332. Een reglement op den ijk van gasmeters is vastgesteld bij K. B. van 15 Oct. 1913, Stb. 391. Zie in verband hiermede nog art. 19 van voorn. wet van 1869, volgens hetwelk zoowel de gasverkooper als de gasverbruiker te allen tijde kunnen vorderen, dat de gasmeter, waarvan de laatstgenoemde zich bedient, wordt onderzocht. Van deze bevoegdheid kan geen afstand worden gedaan bij overeenkomst. De kosten van onderzoek komen ten laste van den aanvrager.

Geldt het onderzoek een te voren niet geijkten gasmeter, dan zijn de kosten ten laste des eigenaars. — De bepalingen der wet van 1869 vinden hare strafrechterlijke sanctie in die wet zelve, terwijl art. 218 Sr. straf bedreigt tegen het plaatsen van valsche en het vervalschen van echte merken en tegen het wederrechtelijk gebruik maken van echte stempels, en art. 221 Sr. tegen verwijdering van afkeuringsmerken en gebruik, enz. der aan ijk onderworpen voorwerpen na die verwijdering. — Tegenwoordig zijn 13 ijkkantoren over het land verdeeld, terwijl in Den Haag een Inspecteur met de controle over de verschillende kantoren belast is. De ijk beoogt op geregelde tijden (vroeger eens per jaar, tegenwoordig eens per twee jaar) na te gaan in hoeverre de ter ijking aangeboden maten en gewichten (d.w.z. alle in den handel gebruikte en niet gebruikte) afwijken van de standaardmaten en -gewichten, welker vaststelling en bewaring is geregeld bij Kon. Besl. van 3 October 1887. Van deze standaardmaten, meter, kilogram en liter, zijn bij den inspecteur kopieën aanwezig, terwijl op ieder kantoor weer een stel kopieën daarvan berust. Deze laatste worden eens per 5 jaar vergeleken met de kopieën van den inspecteur, die op hun beurt eens per 10 jaar worden vergeleken met de standaardmaten. De afwijkingen met de kopiematen van de ijkkantoren mogen alléén positief zijn en niet meer bedragen dan de daarvoor aangegeven maximumwaarden.

Alleen bij de kleinere gewichtjes zijn kleine afwijkingen ook naar beneden toelaatbaar. Inhoudsmaten worden meestal meetkunstig geverifieerd. De goedgekeurde m. en gew. worden van een stempel = ijk voorzien, de afgekeurde worden eveneens gemerkt. Deze laatste kunnen tegen een voorgeschreven vergoeding door den ambtenaar worden gejusteerd. De ijk zelf geschiedde tot 1 Januari 1920 kosteloos; ingevolge Kon. Besl. van 23 October 1919 wordt na dien datum ook daarvoor een kleine vergoeding vereischt.