Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

IJmuiden

betekenis & definitie

IJmuiden - een van de jongste plaatsen in Nederland, gelegen in Noord-Holland aan den mond van het Noordzeekanaal en deel uitmakende van de gemeente Velzen. De naam, die „mond van het IJ” beteekent, is het eerst gebezigd door Prof. Vissering in een geestige fantasie, gepubliceerd in een opstel in „de Gids” van December 1849.

Officieel werd de plaats aldus gedoopt toen op den 1en November 1876 het Noordzeekanaal en de haven van IJmuiden door Koning Willem III voor de scheepvaart geopend werden. Als voorhaven van Amsterdam nam IJmuiden de plaats in, die vroeger door Den Helder was ingenomen. De voortdurende verbetering en verruiming van havens en sluizen (zie NOORDZEEKANAAL), van seintoestellen en waarschuwingsinrichtingen maakte IJmuiden tot een der veiligste havens en het steeds grooter wordende aantal schepen door de Noordzeesluizen geschut, kwam onmiddellijk aan de plaats ten goede.

IJ. is op een na de grootste vischmarkt van Europa’s vastland geworden. In 1896 kwam de visschershaven gereed aan de Zuidzijde van het Kanaal, natuurlijk vóór de groote sluizen. De steeds aangroeiende vloot maakte, dat de haven spoedig te klein werd, en in 1901 moest ze aanzienlijk vergroot worden, terwijl plannen aanhangig zijn tot verdere uitbreiding. In 1899 werd het groote, 140 M. lange Rijksafslaggebouw voltooid. Ook de oprichting van een nieuwe hal in 1906 kon nog niet afdoende in de behoefte voorzien; in 1910 werd het oude gebouw aanzienlijk vergroot en verbonden met de nieuwe hal, waardoor een geheel werd verkregen van zulke reusachtige afmetingen als nergens elders ter wereld. Toch blijken op sommige dagen ook deze twee hallen niet voldoende ruimte te bieden, zoodat een derde in de naaste toekomst zal moeten verrijzen.

Het is voornamelijk de stoomvisscherij, die het bedrijf zulk een reusachtige vlucht heeft doen nemen. De eerste stoomtrawler kwam in 1896 in de vaart, in 1900 bestond de vloot uit slechts 20 stoomschepen, thans uit niet minder dan 180. Vooral in de jaren 1904 en 1905 werd de vloot aanzienlijk uitgebreid. Voor de bemanning dezer vloot zijn ruim 1000 menschen noodig. Elke stoomtrawler komt gemiddeld eenmaal in de 8 dagen binnen en brengt naar gelang van jaargetijde en marktprijs een hoeveelheid visch van omstreeks 3000 gulden. In 1903 bedroeg de waarde van alle aangevoerde visch nauwelijks 3 millioen gulden, in 1910 ruim 5 millioen gulden, welk bedrag in 1911 steeg tot 18 millioen en in 1916 het buitengewone cijfer van 36,5 millioen gulden bereikte. In 1914, het laatste normale jaar, kwamen er aan den afslag:

4500 stoomtreilers met f 6.800.000 visch 6300 zeil “ “ 400.000 “ 100 stoombeugers “ 100.000 “ 150 zeil “ “ 130.000 “ 75 st.drijfnetvaartuigen “ 200.000 “ 275 zeil “ “ 400.000 “ totaal 11.500 vaartuigen met ƒ 7.100.000 “ IJmuiden is de hoofdzetel van onze schrobnet of treilvisscherij, waarbij de groote schepen vooral schelvisch, de kleine bot en schol, kabeljauw en tong vangen. Zij wordt vooral ’s winters uitgeoefend. De visscherij bevorderde ook indirect den bloei van IJ. Het groot aantal reederijen, met magazijnen en kantoren vereischte een uitgebreid personeel, en daarnaast legden zich velen op den handel in visch toe. Bovendien gaf de visscherij aanleiding tot de oprichting van tal van fabrieken voor de scheepvaart: machinefabrieken vooral voor stoomwerktuigen, scheepshellingen en droogdok, taanderijen, kuiperijen, enz.; niet minder dan 7 ijsfabrieken. De laatste jaren zijn daarbij gekomen: een conservenfabriek en een fabriek waar uit afval, enz. vischmeel en ander krachtvoedsel wordt geproduceerd.

IJ. heeft zich door de ontwikkeling als haven-, visschers- en industrieplaats een stedelijk aanzien weten te geven. Van onbeduidend dorpje aan den voet en op de duinen heeft het zich uitgebreid tot een stad op zich zelf met 20.000 inw., waarmede het geworden is tot het belangrijkste deel van de gemeente Velzen. Merkbaar is het te scheiden in het oude, Westelijke gedeelte met winkelstraten en hotels, en het nieuwe Oostelijke gedeelte met vele niet bijzonder fraaie stands woningen