Grange - (Charles Varlet de la), Fr. tooneelspeler, waarschijnlijk geb. te Amiëns omstreeks 1640. Op twintigjarigen leeftijd verbond hij zich aan het gezelschap van Molière in het emplooi van „amoureux”. Hij speelde er o. a. de rol, die zijn naam draagt in „Les Précieuses ridicules”, die van Clitandre in „George Dandin” en „Les Femmes Savantes”, maar ook die van Alceste („le Misanthrope”), die van Tartuffe, M. Jourdain („le Bourgeois gentilhomme”) en Argan („le Malade imaginaire”).
Daarbij was hij secretaris, penningmeester en „orateur” van het gezelschap. Hij huwde met Marie Ragueneau, de dochter van den bekenden dichter-pasteibakker, met wien Rostand ons laat kennis maken in het tweede bedrijf van zijn „Cyrano de Bergerac”. Gedurende zes-en-twintig jaar, van 28 April 1659 tot 1 Sept. 1685, heeft la G. voor zich persoonlijk, onafgebroken, van dag tot dag, alles wat hem van belang voorkwam in het leven van Molière’s gezelschap opgeteekend. Zóó ontstond het beroemde Registre de la Grange, een belangrijk document, dat de leemten in de groote officieele registers van de Comédie-Française, b.v. voor het tijdperk van 1659 tot 1673, aanvult. — La G. heeft nog andere verdiensten: het is voor een goed deel aan zijn persoonlijken invloed en aan zijn administratief talent te danken, dat de troep van Molière kon blijven voortbestaan na den dood van den Meester en in 1688 overging tot het aankoopen van een aanzienlijk terrein voor een nieuwen schouwburg in de rue Neuve-des-Fossés-Saint-Germain-des-Prés. Eindelijk eerde hij de nagedachtenis van zijn beroemden meester door, op verzoek van diens weduwe, in 1682, de eerste uitgave te bezorgen van Molière’s werken. Hij overleed te Parijs in 1692. — In zijn „Comédie de Molière, l’auteur et le milieu” (Parijs, 1893) heeft Gustave Larroumet een belangrijk hoofdstuk gewijd aan la Grange.
