Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Böhm (theobald)

betekenis & definitie

Böhm (theobald) - Geb. 9 Apr. 1794 te München, overl. ald. 25 Nov. 1881, lid van de hofkapel (Hofmusikus). B. is wereldberoemd geworden door het door hem uitgedachte en toegepaste stelsel van fluitenbouw. Uitgaand van streng wetenschappel., akustische onderzoekingen (waarin hij ter zijde gestaan werd door den natuurkundige von Schafhäutl), wist B. de fluit, vooral wat betreft hare klank-qualiteit, aanmerkelijk te verbeteren. Welis-waar is de toon van de B.-fluit sterk verschillend van dien der oude systemen (en daarom werd B. — en wordt somtijds nog — door de behoudende elementen onder de fluit-blazers bestreden), maar slechts een bevooroordeelde kan ontkennen, dat de fluit, naar het B.-systeem vervaardigd en door een kundig blazer bespeeld, een instrument van voortreffelijke hoedanigheden is.

< >