Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Biermer

betekenis & definitie

Biermer - (Magnus), staathuishoudkundige, geb. 1861 te Bern, werd in 1894 buitengew. hoogleer. te Münster, in 1898 hoogleer. te Greifswald, 1900 te Giessen, waar hij tegelijk directeur van het staatswetenschappel. statist. Instituut werd. Van zijne geschriften moeten genoemd worden: Organisation und Aufgaben der Handelskammern (1890); Die Preusz.

Staatsund Gemeindesteuerreform (1892); Die Abzahlungsgeschäfte und ihre gesetzliche Regelung (1893); Leitsätze zur Beurteilung der Währungsfrage (2de dr. 1896); Die Goldwährung (1898); Die neueste Entwicklung der brit. Arbeiterbewegung (1898); Die deutsche Handelspolitik des 19. Jahrh. (1899); Bismarck als Volkswirt (1899); Die Aufgaben der deutschen Kanalpolitik (1900); Der Reichseisenbahngedanke (1901); Die Bankkrisis und das Aktienrecht (1902); Das deutsche Notenbankwesen (1902); Die Finanzen Hessens (1903); Die neuzeitliche Goldproducktion und ihr Einflusz auf das Wirtschaftsleben (1905); Sammlung national-ökonomischer Aufsätze und Vorträge (1905); Die kommunale Vermögenssteuer in Hessen (1905).

< >