Aethiopes - bij Homerus een verafwonend menschenras, goedaardig van inborst en bevriend met de goden, oost- en westwaarts aan den zuidelijken rand der aarde levend. Later verstonden de Grieken onder dien naam alle negerstammen, zoowel in Zuid-Azië als aan den Boven-Nijl, en in ’t bizonder de bewoners van Aethiopia, ten Z. van Egypte gelegen, van Nubië, Kordofan, Sennaar, Abessinië. De hoofdzetel van dit eens zoo machtige rijk, dat zelfs meermalen over Egypte heerschte, was Meroë. De Ptolemaeën zonden er dikwijls kolonisten heen zonder het te kunnen onderwerpen en ook aan de Romeinen gelukte dit niet, hoewel zij onder Augustus in 22 v. C. Napăta bereikten en de krijgszuchtige koningin Caudăce versloegen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
