Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Acetyleenverlichting

betekenis & definitie

Acetyleenverlichting - Verlichting door middel van met acetyleengas gevoede speciale branders. Zuiver acetyleen — dat echter moeilijk te verkrijgen is — verbrandt in een goeden brander onder een druk van minstens 60 m.M. water zonder veel roetvorming, die echter vooral dan sterk toeneemt, indien door te geringen druk niet voldoende luchttoevoer plaats heeft en de verbranding onvolkomen is. Bij meer dan 200 m.M. waterdruk treedt eveneens weer een sterk roeten op. Onder normale omstandigheden zijn voor 1 Normaalkaarslichtsterkte per uur 0.68 tot 0.76 Liter acetyleengas noodig.

De vlam is bij zuiver gas bijna wit, bij onrein gas roodachtig met donkeren zoom. Het is een fraai licht waarbij het mogelijk is, kleuren te onderscheiden. De vlamtemperatuur bedraagt 900— 1000° C. Een volkomen verbrande M3 gas levert 14340 K.G. calorieën (steenkolen-lichtgas circa 6000 K.G. cal.). Met lucht gemengd in verhoudingen van 2,8 tot 65 % kan het explodeeren en wel het heftigste bij 31 % a. Zonder bijmenging van lucht kan het onder een druk van ongeveer 2 Atm. eveneens explodeeren. Het is aanmerkelijk minder giftig dan het steenkolen-lichtgas. Aanvankelijk heette de a. „het licht der toekomst”, spoedig ontstonden tal van ontwikkelingstoestellen en branders en — tal van meer of minder ernstige ongelukken; nu men het kaf van het koren heeft leeren scheiden, komen deze minder voor.

De ontwikkelaars zijn te verdeelen in twee typen: de druppel en de duiktoestellen; bij de eerste druppelt het water op het carbid, bij de laatste wordt het carbid geheel ondergedompeld. In beide gevallen is een voldoend ruime gashouder noodzakelijk.

De eerste acetyleengasfabriek werd in 1847 in Totis (Hongarije) opgericht, het volgend jaar werd er een opgericht in Strelitz (Mecklenburg) en in 1899 in Treptow; deze laatste is ingericht voor 2000 gelijktijdig brandende vlammen a 32 NK. Twee toestellen leveren ieder 60 a 60 M' ongereinigd gas per uur. Het gas wordt eerst afgekoeld in een waterkoeler, dan door wasschen van zijn ammoniak bevrijd enjvervolgens naar den gashouder van 50 M3. inhoud gevoerd. De eigenlijke reiniging geschiedt tusschen gashouder en verbruiker en bestaat uit doorvoeren door chloorkalk om het giftige zwavelwaterstof op te nemen; Frank reinigt langs natten weg in zoutzure oplossingen van koperchloride. Ullmann laat het gas strijken door azijnzure- of zwavelzure-chroomzuuroplossingen. Laat de reiniging te wenschen over, dan verstoppen de fijne brandergaatjes zeer spoedig, gaat de vlam roeten en geeft minder of in het geheel geen licht.

Daar uit 1 KG. carbid circa 300 Liters acetyleen gewonnen worden en gemiddeld per NK. en per uur 0.7 Liter verbruikt wordt, kan men derhalve een brander van 50 a 60 NK — overeenkomend met het staand gasgloeilicht — ongeveer 7 uur met 1 KG. carbid doen branden. Door de reiniging, de onzuiverheid en den betrekkelijk hoogen druk treden vrij hooge verliezen op, terwijl de onderhoudskosten van branders en toestellen niet onbelangrijk zijn; dit, gepaard met de voorkomende ongelukken, is oorzaak, dat de a. in het groot meer en meer verdwijnt.

< >