zn., o. (-ken), effen en open land; vlakte, vlak veld; oppervlak: het vlakvan het water;(meetkunde) tweedimensionale uitgebreidheid: een loodrecht vlak; (fig.) op een hellend vlak raken, van kwaad tot erger vervallen; de zes vlakken van een kubus; gebied: in het culturele, het politieke vlak; scheepsbodem, denning; bn. (-ker, -st), effen, plat, zonder verheffing of diepten: een vlak terrein (ook: niet begroeid of bebouwd): het vlakke veld, het open veld; de zee is vlak, weinig bewogen; de vlakke hand, open, uitgestrekt; met weinig of geen contrasten, ongenuanceerd; vlak van kleur; zonder verheffing van gevoel, uitdrukking of beweging: vlakvan toon; bw., horizontaal: het blad moet vlak liggen; pal: hij zit vlak voor mij; vlak voor de wind zeilen, de wind juist van achteren krijgen; ik kreeg de bal vlak tegen mijn voorhoofd; (fig.) iemand iets vlak in zijn gezicht zeggen; (bijna) onmiddellijk: vlak achter, na elkaar; het is vlakbij, zeer dicht bij; precies: vlak eronder.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk