[Lat.],
I. bw.,
1. verder dan, aan gene zijde van;
2. als eerste lid van samenst. ter aanduiding van een buitengewone of overdreven graad van de genoemde hoedanigheid: ultrafijn, ultrakort, ultraliberaal, ultralinks, ultrarechts;
II. zn., m. (-’s), doordrijver, extremist, heethoofd.