Ned. gemeente in de prov. Overijssel, 136,50 km2, 11860 inw., 75,7 % n.h., 0,4 % r.k.,
17,7 % geref. (m.n. in Rouveen), 0,6 % overige en 5,6 % g. kerkg. Overwegend agrarisch (gemengd bedrijf). Ca. 10 km2 wordt door bos ingenomen. De gemeente omvat de dorpen Staphorst, IJhorst en Rouveen, in de 12e of 13e eeuw als veenkolonie ontstaan. Op laagveen ligt weiland, op de zandgronden enig bouwland. Er is enige industrie (fabriek van stalen ramen en deuren, metaal-, meubelen zuivelindustrie, trekhakenfabriek, luchtverwarmingsinstallatiesfabriek, visfileerbedrijf). In Staphorst hebben zich binnen de gesloten gemeenschap vele tradities gehandhaafd. De huizen en de klederdracht zijn kleurrijk. IJhorst, De Leyen en Lankhorst hebben essen.
LITT. H.Nooy-Palm, Staphorster volk (1971).