v./m. (-en, sauzen),
1. vloeibaar bijgerecht van zeer uiteenlopende samenstelling, bij of over een gerecht opgediend om de smaak te verhogen: zure saus, botersaus; (spr.) honger is de beste saus, als men honger heeft, vindt men alles lekker;
2. (fig.) wat het genot van een zaak verhoogt: de van het leven; (in verkleinvorm) vernisje: een sausje van geleerdheid;
3. dun vloeibare kleurende stof; doorschijnende olie-of waterverf, gebruikt om houtsoorten na te bootsen;
4. afkooksel van verschillende stoffen waar men tabak in dompelt of mee besprenkelt om er een betere geur aan te geven.