1. predikaatsw., verkorting van reusachtig: dat is reuze!; ga je mee? reuze!, fijn, heerlijk!;
2. in samenst. in de zin van reusachtig: een reuzehonger hebben;
3. als bw. van graad: hij was reuze in zijn schik.
Gepubliceerd op 31-01-2022
betekenis & definitie
1. predikaatsw., verkorting van reusachtig: dat is reuze!; ga je mee? reuze!, fijn, heerlijk!;
2. in samenst. in de zin van reusachtig: een reuzehonger hebben;
3. als bw. van graad: hij was reuze in zijn schik.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: