Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

raad

betekenis & definitie

m. (raden),

I. (abstract)
1. wat men in zijn geest overdacht heeft; met voorbedachten raad (rade), volgens een vooropgezet, weloverlegd plan; (zegsw.) komt tijd, komt raad;
2. wat men weet of bedenken kan als uitweg uit een bepaalde moeilijkheid of als middel om iets te bereiken: geen raad weten, geen uitweg weten uit de moeilijkheden waarin men zich bevindt, wanhopig zijn: hij weet overal raad op, hij weet met zijn handen geen raad, weet niet hoe die te houden; met zijn benen geen raad weten, niet weten waar ze te laten (wegens een te nauwe zitplaats); raad schaffen, een oplossing vinden of aan de hand doen; hij is ten einde (buiten) raad, hij weet geen uitweg meer om uit de moeilijkheden te raken;
3. datgene wat men tegen een ander zegt, om hem te helpen een uitweg uit de moeilijkheden te vinden; advies: neem deze raad aan, doe nu wat ik zeg; (rooms-katholicisme) de evangelische raden, die men al dan niet kan opvolgen, in tegenst. tot de goddelijke geboden; iemand raad geven; iemand raad vragen; te rade gaan, om advies vragen, raadplegen: bij iemand te rade gaan; rekening houden met; iemand met raad en daad bijstaan, hem niet alleen met woorden, maar ook met daden helpen; een raad (op)volgen, handelen overeenkomstig een gegeven advies; (sr.) goede raad is duur, er zijn grote moeilijkheden, men weet niet wat te beginnen.

II. (concreet)

1. persoon die raad geeft; m.n. iemand voor wie het geven van raad een vaste, officiële functie is (hist.) de eerste en nauwste raden van de hertog waren herhaaldelijk tegenwoordig bij de beraadslagingen; (hist.) als titel voor leden van een stedelijke vroedschap; raad van Dordrecht;
2. college dat door een regerende macht of door de gemeenschap bekleed is met bepaalde bevoegdheden; adviescollege van een regerend vorst of diens plaatsvervanger: de Raad van State; de Raad van Vlaanderen; bn. voor sommige hoge rechterlijke colleges, ten dele voortgekomen uit vorstelijke adviescolleges: de Hoge Raad der Nederlanden; (hist.) de Raad van Beroerten; college waaraan het bestuur over een stad of gemeente opgedragen is, gemeenteraad: hij is lid van de raad; college van toezicht, handhaving van discipline of van overleg bij een bepaalde beroeps- of standsgroep of bij een organisatie van andere aard: de Hoge Raad van Adel.