[→Lat.],
I.bn. en bw.,
1. bn., opperpriesterlijk, bisschoppelijk, pauselijk;een pontificale mis, mis waarbij de dienst door een bisschop wordt verricht;
2. bw., (spreekt.) plechtig, vormelijk: ergens op visite gaan, zitten-,
II. zn. o.,
1.staatsiegewaad van paus of bisschop;
2. beste pak, uitgaanskleding: ze waren allen in -;
3. boek dat de bisschoppelijke liturgie bevat, pontificale.