m. (-s), vriesapparatuur, gebruikt op vissersvaartuigen.
Platenvriezers komen in twee uitvoeringen voor:
1. verticaal, voor het vriezen van vissoorten die als stortlading worden behandeld, b.v. haring, makreel, kleine schelvis.
2. horizontaal, voor vissoorten die een zorgvuldiger behandeling vergen of zich niet lenen voor verwerking in een verticale vriezer (b.v. grote rondvis, platvis en visfilets). De in te vriezen vis wordt tussen holle platen, waardoor het koelmedium stroomt, tot blokken geperst. Na het bevriezen van de platte blokken, waarmee enige uren gemoeid zijn, worden de holle platen verwarmd, waardoor de blokken gemakkelijk loskomen van de platen. Men neemt de blokken met de hand uit de platenvriezer, schuift ze in kartons, waarna ze in het visruim worden opgeslagen. Vóór de verpakking glaceert men vaak de blokken door ze rondom met water te bespuiten. Het water vormt een beschermende ijslaag op het blok diepgevroren vis.