[Gr., met alle gaven], volgens een Griekse sage de eerste vrouw op aarde. Toen Prometheus Zeus het vuur had ontroofd, beval deze Hefaistos Pandora te maken, begiftigd met de heerlijkste gaven, maar tevens in bezit van de Doos van Pandora, waarin alle onheil voor de mensheid.
Zeus deed haar huwen met Prometheus’ broer Epimetheus, ondanks Prometheus’ waarschuwing. Toen Pandora nieuwsgierig de doos opende, vlogen er alle soorten kwalen uit en verspreidden zich over de wereld; alleen de hoop bleef over.