[Lat.], o. (-sen, opera), werk, kunstwerk; m.n. als één geheel beschouwd werk van een componist.
De term opus (afk. op.) wordt sinds het einde van de 15e eeuw door theoretici en componisten gebruikt. Sinds het begin van de 17e eeuw wordt het gebruikt om composities in chronologische volgorde aan te duiden. Tot L. van Beethoven (eind 18e eeuw) werd veelal een reeks composities onder één opusnummer gerangschikt; daarna meestal één werk onder één afzonderlijk nummer.