Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

oproer

betekenis & definitie

o. (-en),

1. beweging tegen het openbaar gezag, gepaard gaande met verstoring van de openbare orde en verzet tegen de overheid: in oproer brengen, komen; oproer maken, verwekken; een oproer dempen;
2. militair misdrijf, gepleegd door vijf of meer militairen die samenrotten om in vereniging hun plicht te verzaken indien het tot enige feitelijkheid of bedreiging daarmee is gekomen;
3. (oneig.) heftige beroering, onstuimige beweging: de hele natuur was in oproer.

In Nederland en België heeft de burgemeester in geval van oproerige beweging, samenscholing of andere stoornis van de openbare orde of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan een aantal speciale bevoegdheden om militaire hulp te vorderen teneinde aan het oproer een eind te (doen) maken (artt. 219, 220 Ned. Gemeentewet, art. 105 Belg. Gemeentewet).