Wat is de betekenis van oproer?

2023-12-11
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

oproer

oproer - zelfstandig naamwoord uitspraak: op-roer 1. verzet tegen de overheid, door verstoring van de openbare orde ♢ het volk kwam in oproer omdat het honger had 1. oproer kraaien [aanzetten tot o...

2023-12-11
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

oproer

oproer - Georganiseerd verzet tegen autoriteit; gewapende opstanden of openlijk verzet tegen gevestigde autoriteit of beperkingen door de overheid.


Direct alle 16 resultaten bekijken?

Word vriend van Ensie!

2023-12-11
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Oproer

s.n., oproer (it), reboelje.

2023-12-11
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Oproer

o. (-en). 1. beweging tegen het openbaar gezag, gepaard gaande met verstoring van de openbare orde en verzet tegen de overheid : in oproer brengen, komen ; oproer maken, verwekken ; een oproer dempen; 2. (oneig.) heftige beroering, onstuimige beweging: de hele natuur was in oproer; het oproer in uw bloed.

2023-12-11
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Oproer

of Opstand, verstoring der openbare rust, veroorzaakt door een aantal personen, die de veiligheid van personen en goederen bedreigen of aantasten 6f in vereniging de vervulling weigeren van plichten, waartoe men door de wet gehouden is, óf gewelddadig inbreuk maken op het recht van de Regering om te straffen of andere handelingen waartoe zij...

2023-12-11
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

OPROER

of opstand is de verstoring der openbare rust, veroorzaakt door een volkshoop, althans een aantal personen, die de veiligheid van personen en goederen bedreigen of aantasten of in vereniging de vervulling weigeren van plichten, waartoe men door de wet gehouden is, of gewelddadig inbreuk maken op het recht der regering om te straffen of ander...

2023-12-11
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

oproer

o. oproeren (1 onstuimige, woeste, wilde beweging; 2 volksverzet in ‘t groot, opstand, omwenteling): 1. de elementen waren in oproer; 2. (een) oproer verwekken; een oproer dempen.

2023-12-11
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Oproer

is gewelddadig massaal verzet tegen de openbare orde. Is het o. tevens gericht op de omverwerping van de grondwettelijke staatsorde, dan is het → opstand. Zijn de opstandelingen georganiseerd en gewapend, dan leidt dit tot burgeroorlog. In Nederland is → opruiing tot oproer strafbaar gesteld in de art. 102,131 en 204 W. v. Str. Zie ook &r...

2023-12-11
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

oproer

('op) o. (-en) 1. heftige beweging: de natuurelementen waren in -. 2. gewelddadige beweging, volksverzet: maken, verwekken; in brengen, komen; een dempen, stillen; het vuur van de aanwakkeren. Syn. ➝ beroering.

2023-12-11
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

oproer

o. (-en), 1. beweging tegen het openbaar gezag, gepaard gaande met verstoring van de openbare orde en verzet tegen de overheid: in oproer brengen, komen; oproer maken, verwekken; een oproer dempen; 2. militair misdrijf, gepleegd door vijf of meer militairen die samenrotten om in vereniging hun plicht te verzaken indien het tot enige feitelijkheid o...

2023-12-11
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Oproer

omhoog roeren; bewegen; opstaan.

2023-12-11
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Oproer

misdrijf tegen het openbaar gezag, in vereeniging gepleegd. Zie ook Revolutie.

2023-12-11
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Oproer

Oproer o. (-en), de storm brengt de zee in oproer, in onstuimige beweging; de heele natuur was in oproer, de natuurkrachten (storm, aardbeving, uitbarstingen van vulkanen enz.) waren heftig in beweging; (fig.) groot rumoer, leven, getier; — inz. verstoring der openbare rust, teweeggebracht door een volkshoop, die de veiligheid van personen of...

2023-12-11
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Oproer

zie Beroerten.

2023-12-11
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Oproer

Oproer is de verstoring der openbare rust, veroorzaakt op deze of gene plaats door een volkshoop, die de veiligheid van personen en goederen bedreigt of aantast, of in vereeniging de vervulling weigert van pligten, waartoe men door de staatswet gehouden is, of gewelddadig inbreuk maakt op het regt der regéring om te straffen of andere handelingen h...

2023-12-11
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Oproer

Oproer, o. en m. (-en), beweging (onder het volk) tot eenig verzet, beroerte, opstand, verzet tegen het gevestigd gezag; (fig.) groot rumoer, leven, getier. *-EN, bw. gel. door roeren naar de hoogte brengen (inz. bij tuinarbeid). *-IG, bn. en bijw. (-er, -st), -LIJK, bijw. tot oproer geneigd, met oproer in verband staande, uit oproer voortgekomen....