Wat is de betekenis van oproer?

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

oproer

oproer - zelfstandig naamwoord uitspraak: op-roer 1. verzet tegen de overheid, door verstoring van de openbare orde ♢ het volk kwam in oproer omdat het honger had 1. oproer kraaien [aanzetten tot o...

2024-04-20
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

oproer

oproer - Georganiseerd verzet tegen autoriteit; gewapende opstanden of openlijk verzet tegen gevestigde autoriteit of beperkingen door de overheid.

2024-04-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

oproer

beroering; opstand.

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Oproer

s.n., oproer (it), reboelje.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Oproer

o. (-en). 1. beweging tegen het openbaar gezag, gepaard gaande met verstoring van de openbare orde en verzet tegen de overheid : in oproer brengen, komen ; oproer maken, verwekken ; een oproer dempen; 2. (oneig.) heftige beroering, onstuimige beweging: de hele natuur was in oproer; het oproer in uw bloed.

2024-04-20
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Oproer

of Opstand, verstoring der openbare rust, veroorzaakt door een aantal personen, die de veiligheid van personen en goederen bedreigen of aantasten 6f in vereniging de vervulling weigeren van plichten, waartoe men door de wet gehouden is, óf gewelddadig inbreuk maken op het recht van de Regering om te straffen of andere handelingen waartoe zij...

2024-04-20
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

OPROER

of opstand is de verstoring der openbare rust, veroorzaakt door een volkshoop, althans een aantal personen, die de veiligheid van personen en goederen bedreigen of aantasten of in vereniging de vervulling weigeren van plichten, waartoe men door de wet gehouden is, of gewelddadig inbreuk maken op het recht der regering om te straffen of ander...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

oproer

o. oproeren (1 onstuimige, woeste, wilde beweging; 2 volksverzet in ‘t groot, opstand, omwenteling): 1. de elementen waren in oproer; 2. (een) oproer verwekken; een oproer dempen.