Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

numerus

betekenis & definitie

[Lat.], m. (numeri),

1. aanduiding van een bepaalde morfologische categorie, die zich bij een groot aantal talen bij verschillende woordsoorten voordoet;
2. (wiskunde) getal, m.n. getal waarvan de logaritme is genomen.

TAALKUNDE

Het Nederlands kent bij de zelfstandige naamwoorden en bij de werkwoorden het meervoud tegenover het enkelvoud (dat men beter het niet-meervoud kan noemen); andere talen, b.v. het Grieks, hebben naast enkelen meervoud bovendien nog aparte vormen voor de dualis of het tweevoud (b.v. hippos, paard, hippo, twee paarden, hippoi, paarden), sommige Melanesische talen zelfs voor een trialis óf drievoud. Hiertegenover staat het feit dat er vele talen zijn die geen morfologische numerus-onderscheiding kennen, b.v. de Indonesische talen waar noch bij de zelfstandige naamwoorden noch bij de verba een dergelijke categorie voorkomt: Javaans wong kan dus al naar het zinsverband betekenen: mens of mensen. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat deze talen niet over middelen beschikken om meervoudigheid uit te drukken; zij beschikken echter alleen niet over morfologische middelen om dit te doen.

< >