Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

melken

betekenis & definitie

(molk, heeft gemolken),

I. (overg. of abs.)
1. melk uit de uiers van koeien enz. drukken: de koeien worden tweemaal per dag gemolken;
2. een melkkoe houden: hij melkt drie koeien;
3. (met betrekking tot kippen en andere vogels) telkens eieren wegnemen;
4. houden, fokken: duiven, konijnen, hanen melken;
5. op inhalige wijze voordeel trachten te halen van: iemand melken; huisjes melken, eenvoudige woningen duur verhuren;
6. bewegingen maken als bij het melken; (bij het visssen) telkens vieren en inhalen; (zeevaart) open neerhalen (van touwwerk);
7. (fig.) moeite doen om iets uit iemand te halen, iets te weten komen; ook: voortdurend over iets zeuren; talmen, teuten;
8. (veeteelt) sperma winnen door het opvangen in een kunstvagina, om dit na verdunning te gebruiken voor kunstmatige inseminatie: een stier melken;

II. (onoverg.) (van mosselen) zaad afgeven, waardoor ze mager worden en minder voor consumptie geschikt zijn: de mossel melkt gewoonlijk in maart.

< >