[Lat. manus, hand, cura, zorg], v./m. (—n), het verzorgen van handen en nagels als onderdeel van de schoonheidsverzorging; de verzorg(st)er van handen en nagels.
Manicure bestaat uit: het verwijderen van oude nagellak met polish remover; handen borstelen met lauw water en vette zeep, goed afdrogen en nagelriemen voorzichtig opduwen met badhanddoek; nagels met zachte vijl naar het midden vijlen; nagels in zeepsopje houden om nagelriemen zacht te maken; dan nagelriemen met rubber stick opduwen; eventuele velletjes wegknippen met speciaal tangetje; verkleurde nagels (sigarettenvingers) behandelen met waterstofperoxide (3 %);
nagels voorzichtig inwrijven met een nagelriem-crème; zie nagels lakken.