Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

koraal, fossielen

betekenis & definitie

o. (-ralen), verzamelnaam voor m.n. de (dode) skeletdelen van koraaldieren (of bloemdieren: Anthozoa; fylum holtedieren), bestaande uit kalk, hoorn of een leerachtige substantie.

(e) Met koraal wordt in verreweg de meeste gevallen bedoeld het skelet van vertegenwoordigers van de orde →steenkoralen. Dit zijn fraai gevormde, uitwendige skeletten, die vooral in de tropen tot de vorming van koraalriffen aanleiding geven; ook het skelet van de brandkoralen (orde Milleporina) neemt aan deze rif vorming deel. Ook het kalkskelet van de Stylasterina en van Corallium (orde Gorgonacea) wordt als koraal aangeduid. Het hoornskelet van de Antipatharia wordt doornkoraal genoemd. De orden Acyonacea en Gorgonacea worden soms als schorskoralen samengevat.

Het ‘echte’ koraal bestaat uit aragoniet, een kristalvorm van koolzure kalk en ontstaat door continue afscheiding van kalk door de opperhuid van de koraaldieren. Het compacte kalkskelet maakt de ‘echte’ koralen zeer geschikt voor fossilisatie. Behalve de ruim 2500 recente soorten zijn er niet minder dan 5000 (uitsluitend) fossiele soorten bekend.

De eerste koralen stammen al uit het Ordovicium. Vergeleken bij de grote rijkdom aan fossiele soorten zijn de steenkoralen duidelijk op hun retour. Fossiele koraalformaties zijn zeer belangrijk als gesteentevormers.

< >