Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

koliek

betekenis & definitie

[→Lat. colica, aanval van krampende pijn], v./o. (en), pijnaanval die het begeleidend ver schijnsel is van krampachtige bewegingen (peristal tiekstoornis) in de ingewanden.

(e) DIERGENEESKUNDE. Koliek gaat vooral bij paarden gepaard met een complex van symptomen. Een lichte koliek geeft het paard te kennen door krabben met de voor en stampen met de achterhoe ven, door herhaaldelijk gaan liggen en telkens om zien naar de buik. Een hevige koliek gaat gepaard met wentelen en hevig slaan met hoofd en benen, terwijl het paard ligt. Koliek kan het gevolg zijn van krampen, ontsteking of overvulling van maag of darmen, van verstopping van de darmen door vaste of vreemde inhoud, van liggingsveranderingen van de buikingewanden, hetzij door draaiing, inschuiving, lus of knoopvorming of inklemming, en tenslotte van ontsteking van het buikvlies. Het ge vaar verbonden aan koliek is afhankelijk van de oor zaak.

Bij andere dieren dan het paard geeft koliek niet zulke heftige verschijnselen. GENEESKUNDE. Bij de mens zijn m.n. de darm kolieken het bekendst. Deze kunnen optreden als er stoffen in het darmkanaal aanwezig zijn die sterk prikkelend werken, b.v. sommige laxeermiddelen. Op zulk een darmkoliek volgt vaak diarree en daarmee kan de koliek over zijn. Zijn de prikkelen de stoffen nog in de maag, dan volgt een maagkoliek met braken en daardoor snelle genezing. Kolieken hebben een recidiverend karakter wanneer een chronisch ziekteproces (b.v. darmkanker) de oor zaak is.

Van grote betekenis zijn darmkolieken bij doorgangsbelemmeringen in het darmkanaal (Mleus). Van gelijke aard zijn de kolieken die optreden als de galblaas of de galwegen een galsteen tot in de darm trachten te persen. Ook het uitdrijven van nier of blaasstenen kan met heftige kolieken gepaard gaan.

< >