plaats bij Silistria in de Do broedzja, waar de in 1768 begonnen RussischTurk se Oorlog werd beëindigd met een vrede (1774), die het volgende inhield:
1. Turkije deed afstand van al het gebied aan de noordelijke oevers van de Zwarte Zee; de Krim werd onder Russische protectie ge plaatst, het gebied tussen Boeg en Drijestr werd Russisch; 2. Rusland kreeg het protectoraat over de grieksorthodoxe bewoners van het Osmaanse Rijk (hetgeen als voorwendsel diende bij latere Rus sische bemoeiingen met de Balkan);
3. de Turkse sultan zou als kalief een zekere religieuze leiding over de Krimtataren behouden. De laatste bepaling betekende dat de sultan in zijn hoedanigheid van →kalief de pretentie kreeg van een panislamitisch leiderschap, een pretentie die oorspronkelijk vreemd was aan het kalifaat.