Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

klas

betekenis & definitie

v. (-sen),

1. groep van leerlingen van een zelfde leerjaar, die gezamenlijk onderwijs ontvangen: de hele — lachte; een — schoolkinderen; voor de — staan, ook oneig. voor lesgeven;
2. leerjaar, elk van de groepen waarin leerlingen worden ingedeeld op grond van de te behandelen stof: overgaan naar de volgende —; in de vierde krijgen wij scheikunde;
3. schoollokaal: de — uitgestuurd worden;
4. aparte afdeling bij de spoorwegen: zij reisde altijd eerste —; bij uitbreiding ook in andere instellingen: mijn opa ligt tweede -; van vaartuigen gebruikt met betrekking tot de bouw en zeewaardigheid: gebouwd volgens Lloyds eerste —;
5. (gew.) school: heropening der klassen, weer naar school, een nieuw schooljaar, de school begint weer, hervatting van de lessen;
6. (gew.) les: de begint, — geven;
7. (gew.) lichting: een — wederoproepen, een lichting weer onder de wapens roepen.